Uw diabetes managen met insulinetherapie

Uw diabetes managen met insulinetherapie

Alle personen met diabetes van type 1 – en sommige met type 2 – vertrouwen op insulinetherapie om hun diabetes onder controle te houden. Er bestaan een aantal insulinepreparaten die op een verschillende manier werken en die op verschillende momenten van de dag nodig kunnen zijn. Uw arts zal u helpen om een plan uit te werken met de verschillende types insuline en wanneer u deze moet gebruiken.

Basale insuline 

De rol van basale insuline, soms ook “background”-insuline genoemd, is een constante bloedsuikerspiegel te behouden tijdens de perioden van vasten om de insuline onder controle te houden en cellen de kans te geven om glucose op te nemen als energiebron. Dit type insuline wordt over het algemeen één- of tweemaal per dag ingenomen. Daarom is basale insuline een lang- of middellang-werkende insuline. 

Bolusinsuline 

In tegenstelling tot langwerkende insuline die dagelijks wordt ingenomen, wordt bolusinsuline genomen bij de maaltijden om te helpen de bloedsuikerspiegel onder controle te houden. Afhankelijk van de persoon en zijn/haar behoeften kan deze voor, tijdens of na de maaltijd worden genomen. Omdat bolusinsuline snel dient te werken, wordt kortwerkende of snelwerkende insuline gebruikt. Uw arts kan u helpen als u vragen hebt over het tijdstip waarop u de bolusinsuline moet innemen. 

Systemen voor insulinetoediening

Insulinepennen

Er bestaat een waaier aan mogelijkheden voor het toedienen van insuline, waaronder injectiespuiten, insulinepennen, jet-injectoren en insulinepompen.

Insulinepennen zien eruit als een grote inktpen, wat hen mogelijk handig maakt en waardoor ze een discrete manier zijn om insuline mee te nemen. Daarbij geven zij een nauwkeurige dosis insuline af en zijn dus mogelijks gemakkelijker te gebruiken voor mensen met een verminderd zicht en coördinatie. Net zoals bij spuiten zijn er verschillende diktes en lengtes bij de pennaalden, maar sommige bieden fijnere en kortere naalden aan voor meer comfort bij de injecties.

Injectiespuiten 

Een andere manier voor het toedienen van insuline is met behulp van injectiespuiten die bestaan in verschillende maten, naalddiktes (gauge) en -lengtes. Hoe hoger de gauge van de naald, hoe dunner de naald. Uw zorgteam voor diabetes kan u helpen om op basis van uw insulinedosis en uw persoonlijke voorkeur een beslissing te nemen over de voor u geschikte injectiespuit. Sommige mensen verkiezen een kortere naald, maar een langere naald kan soms nodig zijn om te vermijden dat insuline lekt op de injectieplaats en om een correcte insulinetoediening te verzekeren.

Insulinepompen 

Kleine insulinepompen op batterijen dienen 24 uur per dag insuline toe om de bloedsuikerspiegel van de persoon op elk moment te helpen verbeteren. De pomp kan zowel basale insuline toedienen als bolusdosissen, waardoor de gebruiker wordt geholpen om hoge en lage waarden te vermijden. Pompen kunnen een goede optie zijn voor mensen die heel nauw hun bloedsuikerspiegel onder controle moeten houden of voor personen die extra flexibiliteit nodig hebben in hun levensstijl.

Insulinetherapie is een belangrijke en efficiënte manier om de bloedsuikerspiegel naar beneden te halen. Als u problemen ondervindt met uw insulineschema, zoals problemen bij het verhinderen van hoge en lage bloedsuikerwaarden, praat dan met uw arts om te zien welke aanpassingen nodig zijn. Door een insulineschema te kiezen dat bij uw behoeften en levensstijl past, kunt u helpen om complicaties van diabetes te vermijden en een actief leven te leiden.

Praat met uw diabeteseducator of professionele zorgverlener om de beste methode te kiezen voor insulinetoediening en de voor u geschikte optie te vinden.

Bron:

American Diabetes Association. (ADA) – Future Visits. Online bekeken op 17 sept. 2019

BE-GEN-2200009